top of page
Zoeken

De Hemelumer Hoeve heeft keurig gehandeld binnen de daartoe gegeven wettelijke kaders.

BRIEF VAN DE UITSPRAAK VOORZIENINGENRECHTER:


Geachte griffier,


Vandaag bereikte ons de uitspraak van de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Groningen van 2 april jongstleden.


Tweede voorlopige voorziening tegen Hemelumer Hoeve ook afgewezen

Naar aanleiding van het ingediende verzoek om voorlopige voorziening heeft de rechter het verzoek van de partijen, ten tweede maal volledig afgewezen. Na de uitspraak van de rechtbank eind vorig jaar is dit derhalve de tweede keer dat de Hemelumer Hoeve volledig in het gelijk wordt gesteld door de rechtbank. Wij vinden het van belang om een aantal rechtsoverwegingen van de rechtbank onder de aandacht te brengen van de raadsleden.


Geen onterecht gebruik geurruimte door Hemelumer Hoeve

In rechtsoverweging 3.11 lezen we het volgende:

‘De voorzieningenrechter acht het in strijd met de systematiek van de wet dat het enkele feit dat derde-partij hangende de vergunningprocedure, al dan niet op grond van een last, feitelijk op die uitbreiding vooruit loopt door het aanbrengen van een nieuwe luchtwasser, er toe zou leiden dat de rechtens verkregen ruimte voor uitbreiding verloren zou gaan. Daarbij wijst de voorzieningenrechter er op dat de milieutechnische en ruimtelijke vergunning van de voorgenomen uitbreiding van het bedrijf met inbegrip van de bedoelde luchtwasser in een vergevorderd stadium is.’


Met andere woorden: er is absoluut geen sprake van het onterecht ‘vasthouden’ van geurruimte. De Hemelumer Hoeve heeft keurig gehandeld binnen de daartoe gegeven wettelijke kaders.


Voortijdig plaatsen luchtwasser mag uitbreiding niet belemmeren

Bovendien wordt in rechtsoverweging 3.12 opgemerkt dat het enkele feit dat de Hemelumer Hoeve zich niet altijd heeft gehouden aan de regelgeving (let wel: ondanks het feit dat het bedrijf sinds 2010 bezig is om toestemming te krijgen voor de uitbreiding waarmee het daar wel aan kan voldoen), niet maakt dat:

1. het college van B&W in redelijkheid van de Hemelumer Hoeve kan verlangen dat zij door middel van het aanvragen van een vergunning voor alleen de nieuwe luchtwasser haar mogelijkheid tot uitbreiding van het bedrijf zou opgeven, en;

2. het college van B&W vervolgens door het verlenen van een dergelijke vergunning de uitbreiding van het bedrijf onmogelijk zou maken.


Conclusie: college en Hemelumer Hoeve handelde correct

Op basis van de uitspraak kunnen de volgende conclusies getrokken worden:

1. er is met het plaatsen van de luchtwasser correct gehandeld, ook met het oog op het uitbreidingsplan;

2. de rechtbank vindt het niet redelijk dat het college middels een aparte vergunning voor de luchtwasser de uitbreidingsruimte van Lorist zou inperken. Bovendien kan dat volgens de rechtbank ook niet van de Hemelumer Hoeve worden gevraagd;

3. let wel: uit de berekeningen die door de Hemelumer Hoeve zijn ingebracht blijkt hoe dan ook dat het uitbreidingsplan hoe dan ook binnen de wettelijke normen en regels zou passen, ongeacht of eerst de luchtwasser zou worden vergund.


Uit de uitspraak van de rechtbank volgt derhalve andermaal dat zowel het college, maar ook de Hemelumer Hoeve, zich aan wet- en regelgeving hebben gehouden, in tegendeel tot hetgeen door sommigen voortdurend is gesteld. Vooruitlopend op het uitbreidingsplan heeft de Hemelumer Hoeve dan ook voldaan aan wat van haar verwacht mocht worden.


Ik verzoek u namens de Hemelumer Hoeve deze uitspraak onder de aandacht van de raadsleden te brengen, gelet op deze belangrijke overwegingen.


Met vriendelijke groet,

Maarten van Lohuizen Advocaat

325 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page